Als veganist krijg je te maken met vooroordelen. Heel veel vooroordelen. Deze komen natuurlijk ergens vandaan en soms zit er een kern van waarheid in. Ik begrijp dat ook, maar sommige opmerkingen zijn echt te lachwekkend. Dit zijn de meeste voorkomende vooroordelen die ik de afgelopen 2,5 jaar heb gehoord. Ik ben benieuwd of jij dit herkent!
1. ‘Veganisme is extreem. Het is niet natuurlijk, want wij zijn gemaakt om vlees te eten.’
Net zoals wij niet meer in grotten wonen en ons eigen eten jagen en verzamelen is het niet meer nodig dat wij vlees eten. Zeker omdat de aarde ons zóveel meer biedt dan alleen dierlijk voedsel. De belangrijkste reden voor mij om geen dierlijke producten te eten is omdat ik niet wil bijdragen aan het dierenleed. Daarbij komt dat plantaardig eten erg goed is voor je lichaam én ik zorg ervoor dat de aarde zo min mogelijk wordt belast. Is dit extreem? Lijkt me niet..
Wat ik wél extreem vind, is dat mensen dierlijke producten eten alsof het normaal is. Er is niks natuurlijks aan de bio-industrie waar zo’n 50.000 varkens in een megastal liggen die na zes maanden worden geslacht. Dat mensen niet stilstaan bij de lijdensweg die zij moeten doorstaan omdat ze hun eigen smaakgenot boven het dierenwelzijn kiezen. Ik zeg dit nooit recht in iemands gezicht wanneer ik bovenstaande opmerking krijg, maar het is wel hoe ik erover denk. Er zijn zoveel goede, lekkere en gezonde alternatieven en vervangers beschikbaar waarbij je geen dier nodig hebt. En je verpest het milieu en je eigen lichaam er ook niet mee. Oh, en het argument dat ‘het nou eenmaal zo lekker is’, komt nu.
2. ‘Als veganist kun je niks meer eten, ze eten de hele dag alleen maar wortels met hummus.’
‘Waarom zou je dit doen, jezelf zoveel ontzeggen? Ik zou dat niet kunnen, want ik kan kaas écht niet laten staan.’ Eerlijk is eerlijk, had je aan mij vijf jaar geleden gevraagd wat een veganist eet dan was ik niet verder gekomen dan groeten, fruit en tofu. Niets is minder waar, sinds ik plantaardig eet is er een wereld voor mij opengegaan. Ja, je kunt niet álles meer eten, maar dat betekent niet dat je de hele dag op wortels aan het knagen bent. Sterker nog, ik eet nu lekkerder, gezonder en meer gevarieerd dan ooit. Ik ben creatiever in de keuken geworden en kook met ingrediënten die ik een aantal jaar geleden ooit at. Je kunt minder kant-en-klaar maaltijden kopen (hoewel dit ook aan het veranderen is), maar is dat erg? Het is zoveel leuker om te weten waar het eten vandaan komt en wat je precies binnenkrijgt.
3. ‘Vegans zijn van die irritante activisten. Ze houden nooit hun mond en keuren alles af.’
‘How can you tell if someone is vegan? Don’t worry, they’ll tell you.’. Een bekende vegan grap die ik ergens wel begrijp. Het liefst vertel ik ook tegen iedereen hoe fantastisch het veganisme is, maar ik hou me in (zoveel als ik kan). Ik wil niet overal mijn mening opdringen en ik vind dat iedereen lekker z’n eigen keuze moet maken. Toch voelen veel mensen zich aangesproken of aangevallen, wanneer een vegan vertelt waarom hij geen vlees eet. Ik denk dat hierdoor het vooroordeel is ontstaan. Ieder normaal denkend persoon wéet dat vlees slecht is. Het is dan ook niet leuk om te horen, dan wanneer je net een hap van een biefstuk neemt, wat voor leed eraan dat stukje kleeft. Binnen de ‘vegan scene’ zitten zeker niet alleen maar gezellige vegans, maar in welke groep heb je dat nou niet? Vegans zijn net mensen, dus je hebt ook vegans waarmee je van mening verschilt net zoals ik heb vegans heb ontmoet die nu mijn vrienden zijn.
4. ‘Je kunt niet leven op planten. Vegans komen voedingsstoffen tekort en zien er bleek en mager uit.’
Met een gezonde, gevarieerde plantaardige voeding kom je niks tekort. Vegans eten gezonder dan de gemiddeld mens aangezien het dieet bestaat uit granen, groenten, peulvruchten, bonen, fruit, noten, kruiden… Wel moet je verantwoord met deze levensstijl omgaan. Het enige dat je moet bijslikken is vitamine B12. Dit niet alleen belangrijk voor vegans, maar ook voor vleeseters. In dit artikel leg ik uitgebreid uit welke supplementen ik slik en waarom. Op dit moment voel ik mij gezonder en fitter dan ooit. Ik heb meer energie, mijn haar is mooier, mijn nagels zijn sterker en mijn huid heeft een glow gekregen. Ook heb ik veel minder last van PDS en ik heb geen brandend maagzuur meer. Een aantal belangrijke tekenen die mij vertellen dat ik goed bezig ben en dat ik helemaal niks tekort kom.
5. ‘Vegans zijn echte geitenwollensokken types. Van die bomenknuffelaars die de hele dag op een yogamat zitten.’
Dit stereotype is echt gedateerd, al zullen er nog wel vegans zijn die graag met bomen knuffelen. Ik ken ook veel vegans die aan yoga doen, maar ik ken net zoveel non-vegans die óok dit ook beoefenen. In dit artikel leg ik uit waarom ik meer aan yoga doe sinds ik veganist ben. De standaard opmerking dat wij geitenwollensokkendragers zijn, mag er ook wel uit. Vegans dragen geen wol; niet van een schaap dus ook niet van een geit.
6. ‘Plantaardig eten is vast heel duur. Ik zou het wel willen, maar ik heb het geld niet.’
Wrong! Het basis eten van een vegan is juist heel goedkoop. Groenten, fruit, granen, bonen en peulvruchten zijn echt de kosten niet. Wel als je iedere dag kiest voor een vlees- of kaasvervanger. Toch verschilt ook dat niet veel in vergelijking met een stuk (biologisch) kaas, vlees of vis. Voordat ik veganist werd, waren dit mijn grootste uitgaven. Het klopt wel dat ik meer geld uitgeef aan eten (en uiteten gaan) dan voorheen, maar dat komt omdat ik eten heel belangrijk vind en graag met goede producten werk. Ik koop geen kant-en-klare maaltijden meer in supermarkt. Wel doe ik slim mijn inkopen en wat mijn tips daarvoor zijn, lees je hier.
7. ‘Veganisme is een druppel op de gloeiende plaat. Het heeft helemaal geen zin om dit te doen.’
Een mens eet gemiddeld 1200 dieren in zijn leven op.1200! Stel je voor dat al deze dieren voor je neus stonden. Dan weet je meteen dat het veganisme geen druppel op de gloeiende plaat is, maar dat het om levens gaat. Dit aantal geeft alleen het vlees weer, het zegt niets op wat je bespaart wanneer je vis, eieren en zuivel laat staan. ‘Maar deze dieren worden toch wel gefokt en opgegeten’, is een vraag die ik vaak krijg. Nee, zoiets heet vraag en aanbod. Iemand gaat niet opeens het dubbel aantal dieren opeten omdat jij het niet meer wilt. Daarnaast, het is makkelijk om met een vinger naar iemand anders te wijzen. Het gaat hier om JOU! Jij draagt niet langer bij aan het dierenleed en ieder dier dat jij redt is er weer één. Leuk feitje: voor de productie van een hamburger is 2.500 liter water nodig. Hiermee kun je ruim twee weken lang iedere dag van douchen.
Ik ben heel blij met alle nieuwe ontwikkelingen van de afgelopen maanden. Steeds meer grote bedrijven nemen de stap om vegan producten uit te brengen, ook omdat zij zien dat het niet anders kan. De vraag groeit en dat laat zien dat wij zeker dingen kunnen veranderen.
Herken jij deze vooroordelen? Welke opmerkingen krijg jij vaak te horen? Ik ben heel benieuwd! Laat het hieronder in de comments weten of via Instagram of Facebook.
Net je website via de libelle ontdekt. Complimenten voor je site.
Wat leuk om te horen! Dankjewel 😀